|
China
6 juli t/m 3 augustus 2001
31 juli Beijing (26 reisdag)
Om half acht krijgt ijzeren Rinus een astma aanval (tuut tuut tuut tuut). We doen vandaag alles met ons tweetjes dus veel te vroeg om op te staan. Lekker uitsudderen en om kwart over acht zo’n tien minuten sanitair ontspannen. Om kwart voor negen zitten we aan de ontbijttafel: sapje, toast, hard gekookt ei, thee en cakejes (15 ¥ p.p.). Smaakt prima.
Na het ontbijt wordt door een plompe Chinese dame onze wastafel en WC gerepareerd en dan lopen we naar het metro station Dongzhimen. Na zes haltes stappen wij bij Qiamen uit. Dit station ligt aan de kop van het Plein van de hemelse (on)vrede (Tian an Men). De lucht is strak blauw en het is bloedheet (> 35º).
We wandelen over het plein en maken veel foto’s. Bij het Mausoleum van Mao is het stervens druk. Een hele sliert mensen, grotendeels met paraplu’s (waar is Willemijn?) wil het stoffelijk overschot of wassenbeeld van de groter veranderaar aanschouwen. Wij slaan dit, vooralsnog, over.
Uit de luidspeakers galmt propagandamuziek. We lopen naar de grote foto van Mao bij de ingang van de Verboden Stad. We laten twee chinezen ons samen met Mao op de foto zetten. Dan kopen we een (ijs)water en een (ijs)Pepsi en gaan een plekje in de schaduw zoeken.
Dit valt niet mee, maar uiteindelijk ploffen we vlakbij de ingang naast een Chinees neer die zijn schoenen aan het luchten is. José probeert in haar beste engels een gesprek aan te gaan, maar de knoflookboer komt niet verder dan het aanwijzen op de kaart van het Zomerpaleis, de Ming graven en de Temple of Heaven. Telkens steekt hij zijn duim op.
We zijn weer uitgerust en lopen onder Mao door naar het ticket-office. Een kaartje kost 40 ¥ p.p.. Verderop is het kantoortje waar we de guided tour kunnen huren (60 ¥ p.p. + 100 ¥ borg p.p.). We hangen de tape recorder om onze nek en laten ons door Roger Moore door het prachtige complex leiden. De drukte valt mee. Maar een paar groepen met een gids die de club met een vlaggetje aanvoert. In totaal worden 16 belangrijke punten door The Saint, Ivanhoe en James Bond beschreven.
We kopen een set kaarten en een waaiertje voor José. Alle groepsleden die we zijn tegengekomen doen de “guided tour”. Rond twee uur zijn we aan het noordelijkste puntje van de Verboden Stad aangekomen. We leveren de cassetterecorders in en lopen via een voetgangerstunnel naar het Jingshan park (2 ¥ p.p.).
Vlakbij de ingang is een mooi terras waar we een sinas en een Yangjing Beer drinken. José eet nog een bord noodles terwijl ik het 2e pilsje me goed laat smaken. Om drie uur lopen we terug naar de metro (Tianamen). Na een overstap zijn we rond vier uur weer bij Dongzhimen.
Het terras waar we gisterenavond gegeten hebben is nog dicht. Daarom kopen we bij de supermarkt twee blikjes bier en een halve liter sinas (totaal 7 ¥!) en gaan dan snel naar de kamer. Drinken, douchen, dutten, roken, shirtjes spoelen, scheren en dan aankleden voor het diner.
Om acht uur gaan we met Ruud en Henk in het restaurant van gisteren eten. Op het eerste terras is geen plaats. We worden in een hoekje op een binnenplein neergezet. Minder gezellig maar wel buiten. We bestellen springrolls, sweet & soure pork en curry chicken. Heerlijk! Met bier erbij moeten we 25 ¥ p.p. afrekenen. Een koopje. Om half elf naar de kamer en even naar mama bellen. Kuur nummer 5 zit er in en tot zo ver alles okay. Moe maar voldaan gaan we slapen.
1 augustus Beijing (27e reisdag)
Als we om vijf over zeven in de ontbijtzaal komen zijn we de eersten. Langzaam druppelt iedereen binnen. Dan is het om acht uur tijd om, samen Tony de gids, de bus te gaan zoeken. In anderhalf uur brengt de luxe touringcar ons naar Mutiangu, 73 km ten noorden van Beijing. Al heel snel ontdekken we op en in de bergen ons doel: The Great Wall. Meteen worden we overspoeld door souvenirverkopers, maar dat is iets voor later. Bij de kassa kopen we kaartjes voor de kabelbaan. Een enkele reis kost 35 ¥. Eenmaal boven zetten we onze eerste stappen op één van de zeven wereldwonderen. Met het heldere weer en de blauwe lucht is het uitzicht adembenemend. We stiefelen omhoog, omlaag over ongelijke treden. Intussen een fotostop. We maken foto’s van elkaar, die hoeven we niet na te bestellen.
Verder gaat de tocht over de Muur en door wachtershuisjes. Het is en blijft prachtig. Tot een bocht voor een heftige steile trap gaan we samen, maar zelf besluit ik beneden te blijven en Phons gaat klauteren. Mooi om te zien: een aantal treden en dan pauze. Dit herhaalt zich vele malen. Boven wordt er gezwaaid.
Hier was het eindpunt van het gerestaureerde deel van de muur. De traplopers zagen de rest in vervallen staat. Langzaam komen de klimgeiten naar beneden en aan de finish zijn ze drijfnat met vuurrode koppen.
Na een rustpauze gaan we terug naar het vertrekpunt, maar omdat we niet met de kabelbaan naar beneden gaan lopen we in de zinderende hitte verder. De weg gaat alleen maar naar beneden, met ongelijke treden en gladde stukken.
Dan bereiken we de mooi aangelegde trap naar het eindpunt. Veel treden, maar heel wat beter en rustiger dan Emeishan. We komen maar een paar mensen tegen. Onderweg houden we een korte rust en drinkpauze bij een pagode en zien ook nog een hagedisje met een knalblauwe staart.
Aan de voet van de trap worden we enthousiast begroet door T shirt en rommel verkopers. Ze vragen maar wat 1 dollar en bij de deal is het ineens duurder. We ploffen op het terras neer en snakken naar een pilsje. Heerlijk. Phons en Martin zijn drijfnat van het zweet en gaan op zoek naar een mooi droog T shirt. Trots komen ze met hun aankopen terug ( 2 voor 75 ) en showen hun grijze shirt met “I climbed the Great Wall”. De lunch smaakt voortreffelijk en voor 65 ¥ hebben we gegeten en gedronken.
Op weg naar de bus nog een Olympisch Shirt, kaarten en een hoed gekocht en vervolgens met de bus terug naar het hotel. Gids Tony, liever lui dan moe, slaapt alweer. Hij introduceerde de kreet MBA: Married But Available. Op de kamer wat gedronken, gerust en gedoucht om ons te prepareren op vanavond: de Opera.
Om kwart over zes gaan we met de bijna hele groep naar het metrostation. De metro brengt ons naar station Hepingmen waar het theater vlakbij ligt. Het is een klein oud sfeervol theater genaamd Zheng Yi Ci (Beijing Opera Theater). We krijgen thee en nootjes en mogen bij de artiesten kijken die zich aan het schminken zijn.
Om half acht begint de voorstelling met veel lawaai. Het geheel is een combinatie van zang, dans en acrobatiek. Maar de herrie is enorm. Een kompleet orkest van pannen, deksels en potlepels. Na een uur is het voor Phons godzijdank afgelopen. Hij heeft er hoofdpijn van gekregen. Tijgerbalsem doet wonderen.
Eerst gaan we met de vaste club naar het hotel voor een sanitaire stop om daarna met z’n allen naar het tuinterras te gaan. We willen graag buiten zitten maar worden gewaarschuwd. Rondvliegende vallende vogelpoep. Dan toch maar naar binnen waar we eerst bier bestellen. Het eten komt daarna.
Phons neemt een paracetamol en zelf bestel ik springrols. Omdat er geen sausje bij is, bestellen we dat. Eerst krijgen we vorken, foutje en dan komt er honing . Nou niet echt de goede combinatie, maar die knul deed zijn best. Een paar chinezen reageren op ons zingen en één van hen zoekt contact.
Als zij de tent verlaten nemen ze enthousiast afscheid. Good bye, nice time in China en wat er nou op het T shirt staat weten we nog niet. Martin bescheurt het met de mop van de opblaaspop met witte ogen. Hij komt niet bij. Afrekenen valt ook niet mee. Uiteindelijk komt het bedrag in veel biljetten op tafel en kunnen we terug naar het hotel. Bedje slapen met moeie benen.
2 augustus Beijing (28e reisdag)
Vandaag weer een vrije dag. We hebben besloten het rustig aan te doen en staan pas om negen uur op. Het is bewolkt. Omdat we genoeg tempels en paleizen gezien hebben, besluiten we te gaan winkelen. We gaan met de metro en stappen op He Ping Men uit. We lopen naar het “antiek straatje”. Op de hoek is een zeer grote boekwinkel. Hier kopen we 40 kaarten om met verjaardagen te versturen (20 ¥!).
We zien een terras en drinken voor 20 ¥ p.p. een kop overheerlijke koffie. Het begint zachtjes te regenen maar toch gaan we shoppen. Het is een heel leuk straatje met veel kunst (antiek) maar ook kitsch. We kopen 2 prachtige theekoppen en plotseling worden we gevolgd door een chinees die in een kommetje mijn hoofd begint te tekenen. José koopt een hand/schoudertasje waar ze in Nederland bij Albert Heijn de blits mee uit gaat hangen (It’s cool).
In de boekwinkel kopen we nog 30 kaarten voor de kerst om aan groep 4 uit te delen en 10 kaarten met de grote muur om als vakantiekaart naar de kinderen te sturen. Mijn schaduw heeft de “oude Drees” getekend en ik koop , ondanks aandringen, het kommetje niet (vraagprijs 20¥).
We drinken een heerlijk pilsje (blikje voor 15 ¥!) op het terras en gaan dan met de metro naar Mc Donalds (Cheeseburger, friet en cola: 14 ¥ p.p.). Na de lunch lopen we een groot winkelcentrum binnen en zien een leuke hanger voor mij. Good Fortune als chinees karakter voor 62 ¥. We kopen ook nog een stok speelkaarten voor papa en mama met afbeeldingen van China. Dan wandelen we over het plein van de Hemelse vrede. Dit maakt weer grote indruk en ik maak weer een aantal foto’s. Omdat Mao geen audiëntie heeft is er vanmiddag een propaganda muziek. Wel veel studenten die de engelse taal oefenen. We worden hier moe van en doen niet mee. We genieten van het grootste plein van de wereld, zeggen Mao gedag en gaan met de metro van Tien an Min Xi naar Dongzimen.
In de supermarkt kopen we 2 blikjes bier, 2 kleine flesje water en een halve liter sinas voor 10,6 ¥.
Bij de apotheek nog drie doosjes tijgerbalsem gekocht (21 ¥) en dan sjokken we terug naar het hotel. We hebben allebei moeie benen en voeten. Het beklimmen van de muur is een aanslag op onze spieren geweest. Op de gang van het hotel zien we Erna die ons binnen roept. Zij zijn naar het ‘zijden straatje’ geweest. Resultaat een stel placemats en een zijden kimono voor Martin.
Ze heeft bij de Lama tempel ook nog jasmijn thee gekocht. Dit vinden wij ook leuk en we gaan eerst naar de kamer. We drinken pils en sinas en roken een peuk. Ik smeer mijn vermoeide bovenbenen met Perskindol en dan zijn we weer op reep.
Onderweg maak ik nog wat foto’s van de hutongs. We kopen 4 busjes van 50 gram jamijnthee. Topkwaliteit voor 84 ¥ per 50 gram. Dit is een aanslag om mijn portemonnee. Daarom wisselen we in het hotel nog 100 gulden. Dan snel naar de kamer om de bagage in te pakken.
Na het schrijven van dit verslag ben ik door mijn biervoorraad heen. Omdat het winkeltje in het hotel onbemand is, ga ik in de hutongs op zoek naar bier. 100 meter van ons hotel is een piepklein kamertje dat als supermarkt is ingericht. De koelkast neemt de helft van de ruimte in beslag. Maar ze hebben bier.
Een grote fles Yangjing beer (640 ml) voor 2 ¥. Het goedkoopste adres van de hele vakantie.
Om half acht gaan we met de hele groep eten. Het wordt ons afscheidsdiner. We lopen naar het tuinterras. Helaas, geen plek.
De uitbaatster wil de 21 personen niet missen en regelt twee busjes die ons naar een ‘zusterrestaurant’ in dezelfde straat brengt. Drie kilometer lopen vinden we te ver, vandaar. Wij nemen het tweede busje. De eerste tafel is gevuld en aan onze tafel zit Cees, de schranser. Majoor Kees bestelt voor beide tafels diverse schotels. Het is wederom verrukkelijk. We moeten wel snel zijn, want anders heeft Cees alles op. Erna en ik storen zich aan zijn gedrag. Henk en Willemijn houden een speech voor majoor Kees en overhandigen de ingezamelde fooi voor onze ervaren reisleider. We lopen terug naar het hotel en onderweg koop ik voor 2 ¥ nog een fles Yangjing als afzakkertje. Als we in de lobby aangekomen zijn hebben Elly, Martin en Erna ook nog zin in een pilsje. Ik loop snel naar het winkeltje en verzilver de 6 ¥ die Elly me meegegeven heeft.
We kletsen nog lekker na over de geweldige vakantie die bijna ten einde is.

|